Diary for Welkom aan boord


Flessenpost 23, Cuba, Cayman Islands, Honduras en Guatemala

2006-03-25 to 2006-06-27

Lieve allemaal,

Het schone t-shirt dat ik een paar minuten geleden aantrok is inmiddels alweer bijna geheel doorweekt, het voortdurend zweten went maar niet. Maar we staan met onze bagage op de steiger van de kleine marina, klaar om naar Amsterdam te gaan! We hebben de laatste twee weken hard gewerkt om ons bootje klaar te krijgen, allerlei klussen en klusjes om haar voor een langere tijd alleen te kunnen laten.

De bestelde luxe water taxi met een enorme buitenboord motor is mooi op tijd. We kijken nog eenmaal achterom naar ons waterhuis als we met grote snelheid over de Rio Dulce rivier in Guatemala spuiten, richting het dorpje Fronteras. Ze is nu, na 3,5 jaar, voor ons beiden echt ons (t)huis geworden en we laten haar met gemengde gevoelens alleen achter.

Deze eerste regels scheef ik ruim een maand geleden in Amsterdam, in de stellige overtuiging onze algemene mail snel klaar te hebben, zodat jullie niet denken dat wij door piraten zijn overmand of na een schipbreuk zonder communicatiemiddelen op een onbewoond eiland zijn aangespoeld.

Niet dat we het zo druk hebben, maar het is lastig, nu we in Nederland zijn, om herinneringen aan ons boot bestaan tastbaar te houden. Ongelooflijk hoe snel we, na een aanpassingsperiode van ongeveer twee weken, weer helemaal meehollen in een totaal andere wereld. De overgang van een vochtige tropische jungle in een erg arm land, waar indianen in uitgeholde boomstammen langs onze boot peddelen, naar het moderne en bijzonder rijke westen gaat vrijwel moeiteloos. Maar daarmee verdampt helaas ook het reisgevoel in hetzelfde tempo.

De laatste flessenpost van afgelopen april kwam uit Cuba, waar we het op dat moment weer leuker begonnen te vinden, na alle confrontaties met de `groene` mannetjes. Als je ooit met een zeilboot onder het huidige regime naar Cuba wilt, ga dan alleen naar het gebied tussen Isla de la Juventud en Cajo Largo. Prachtige eilandjes, betoverende riffen, kristal helder water en door palmbomen omzoomde anker plaatsen, helemaal voor jezelf. Daar pik ik nu de draad weer op.

Na een paar mijl over een rivier landinwaarts gevaren te hebben liggen we met de boot midden in het stadje Nueva Gerona, aan de noordkant van Isla de la Juventud. De aanlegplaats is een vervallen betonnen kade, behangen met oude autobanden. Het water is smerig en het ruikt niet bepaald naar bloemetjes. Maar de guarda is vriendelijk, de sfeer is ontspannen, en voor het eerst sinds weken kunnen we, weliswaar zeer beperkt, wat verse groente en bananen kopen. Krijgen steeds meer de indruk dat de Cubaan leeft op rijst, bonen, tomaten en af en toe een stukje vis of kip, er is schaarste alom.

De grootste gevangenis van Cuba, tegenwoordig een museum, staat hier even buiten het dorp. Een waanzinnig complex van 4 enorme grote ronde gebouwen, als rechtopstaande holle buizen met in de wand honderden cellen van 1,5 bij 2,5 meter. In de lege binnenruimte staat in het midden een toren van waar uit bewakers iedereen veilig in de gaten konden houden. Fidel Castro heeft hier ooit vastgezeten tijdens het regime van Batista. 7000 gevangenen konden ze er tegelijk hebben. In een museumpje worden we als enige bezoeker rondgeleid langs foto`s en horen we verhalen over beulen en gruwelijke dwangarbeid. Zeer indrukwekkend, de rillingen lopen ons over de rug.

Nueva Gerona is een plaatsje met veel jongeren die hier studeren aan een kleine universiteit. Er zijn vrijwel geen toeristen, dus een echt Cubaanse sfeer. Iedere avond gaan we gezellig uit eten, totale kosten minder dan 2 US, inclusief 4 mochito`s of carparinha`s, afhankelijk van wat op voorraad is. Het eten is eentonig want er is niet veel te koop, maar we hebben wel een vooraf en toetje. We kunnen betalen met Cubaanse pesos, wat voor toeristen uitzonderlijk is. Normaal betaal je hetzelfde bedrag in convertibles (1 convertible = 24 pesos). Twee deuren naast dit restaurant is een bar, waar je met convertibles moet betalen, wat dus wil zeggen dat we daar 24 keer zoveel betalen voor hetzelfde drankje. Onbegrijpelijk, maar druk dat het er is! En niet dankzij de toeristen, want die zijn hier eigenlijk niet.

We moeten tegen de wind in terugzeilen naar Cayo Largo, de enige plaats in de buurt vanwaar we internationaal kunnen uitklaren naar onze volgende bestemming. Er staat een stevige wind en we vertrekken tegelijk met een Franse catamaran. Zij raken steeds verder achter en uiteindelijk zien we ze omkeren. Later komen we de bemanning tegen die niet wilde geloven dat wij zonder de motoren aan zo hoog en snel zeilden! Tja..

Op Cayo Largo gaan we ons te buiten aan drank en eten in een staatshotel. Van een medezeiler hadden we gehoord dat in een van de all-in hotels de gasten niet de kenmerkend gekleurde polsbandjes dragen. Niemand maakt er een punt van als we ons tussen de betalende gasten mengen, gratis lunch, gratis diner, gratis coctails drinken aan de bar met de voetjes in het zwembad. Plus als je wilt, salsales, aqua aerobic, bingo, karaoke, en al het andere waar toeristen mee worden bezig gehouden. Het eten en de sfeer zijn zeer on-Cubaans: fantastische kwaliteit, giga kwantiteit en zeer gevarieerd. Het moet wel vreemd zijn voor de mensen die er werken, al deze overdaad, terwijl hun families thuis niets hebben.

Onze boosheid op de Cubaanse bureaucratie verdwijnt snel door deze traktatie.

Cuba blijft een apart verhaal, er valt veel over te vertellen en na twee maanden blijft het land met z`n veelal onbegrijpelijke regeltjes ons nog steeds dagelijks verbazen. Ondanks alles hadden we Cuba niet willen missen, het land is met niets te vergelijken!

Volgende bestemming is de Kaaiman Eilanden, waar we na een etmaal zeilen aankomen. Een cultural shock, het contrast tussen de enorme schaarste op alle gebied in Cuba, en de overdadige rijkdom hier, compleet met vele cruiseschepen en taxfree shoppen. Het aanbod in de mega supermarkten is overweldigend, maar alles is wel vreselijk duur. Grand Cayman is volgebouwd met banken en verzekeringsmaatschappijen. Ze doen goede zaken, want naast een beetje luxe toerisme werkt vrijwel iedereen in de offshore business. Opvallend is trouwens dat de zwarte bewoners hier meedelen in de luxe, velen wonen in dezelfde kapitale villa`s als hun blanke landgenoten. Dat zie je niet veel in de Carib. Het imago dat het bol staat van drugs gelden is trouwens absoluut onjuist, er is strenge controle op alles wat hier gebeurt.

Op een gehuurde scooter gaan we het hele eiland rond. Apart is dat begraafplaatsen allemaal pal op het strand zijn aangelegd, voor een eeuwige vakantie.

Deze luxe wereld is lekker om wat te shoppen, maar spreekt ons verder niet zo aan. Een leuke ervaring is wel om tussen vele roggen te zwemmen op een rif met de toepasselijke naam Stingray City. De dieren worden op deze plaats gevoerd, terwijl horden toeristen met zwemvesten en snorkels aan de oppervlakte drijven en ze zijn totaal niet bang, de roggen. Yvon had het niet zo met de enorme gif groene murene die dacht door haar gevoerd te zullen worden en al kronkelend achter haar aanzwom. Ze kan toch best wel snel zwemmen!

De volgende drie dagen zijn weer vol ervaringen die ons leven als cruiser zo fascinerend maken: onverwachte gebeurtenissen en spannende momenten.

Het begint met ons vertrek uit Grand Cayman op Paaszondag, 350 mijl richting de Bay Islands, Honduras. We hadden zaterdag al uitgeklaard maar we mochten niet mijn onder-water-geweer meenemen. Tijdens het gesprek met de douane meneer gaf hij aan dat ze deze misschien wel konden komen brengen, maar hoe en wanneer was nog onduidelijk. Ik kreeg twee telefoonnummers om op zondag te kunnen bellen. We liggen met de boot nogal een eind van de hoofdstad Georgetown en weer een fietstocht met Yvon achterop tegen een pittige passaatwind bij 32 graden, kan mijn conditie net hebben, maar is niet voor mijn plezier!

Met Skype bel ik die ochtend naar de twee telefoonnummers, helaas wordt er niet opgenomen. Dan roep ik via de marifoon Harbour Control aan en vraag of zij misschien contact kunnen krijgen met customs. Mij wordt verzocht even standby te staan. Na twee minuten komt de stem terug met de vraag of ik aan stuurboord van onze boot een auto op de kant zie staan, die met z`n grootlicht knippert? Nou, daar zitten twee customs officieren in, met mijn speargun! Ongelooflijk, wat een service, kan het bijna niet geloven! En dat terwijl veel mensen ons hadden afgeraden de Cayman Islands te bezoeken, de officials zouden bijzonder formeel en onvriendelijk zijn en de kleinste overtreding kan zwaar worden beboet.

Ik neem me keer op keer voor me niet teveel door zulke verhalen te laten leiden.

En zo vertrekken we rond twaalf uur `s middags van de Cayman Islands, met een lekker windje in de rug en goede weervoorspellingen. Via de marifoon bedank ik nogmaals immigratie en douane en we zetten de spinnaker. Dit belooft een heerlijke zeiltrip te worden!

De eerste dag blijft de wind zo rond de 15 knopen (windje 4). Dit is zo ongeveer het meest perfecte zeilen, beter kan het bijna niet! De grote, vrolijk gekleurde spinnaker trekt ons met een gang van 8-9 knoop door een diep blauwe zee. Het leven is mooi! Omdat de wind zelfs nog een beetje afneemt laten we ook `s nachts de spinnaker staan en de nog flink volle maan licht ons bij op onze reis naar het zuidwesten.

Yvon komt redelijk aan haar rust, ook omdat mijn horloge ineens ongemerkt 2,5 uur terug gaat(?). Normaal ziet ons schema er als volgt uit: we eten vroeg, rond zessen, waarna Yvon gaat liggen tot 11 uur. Daarna kan ik van 11 tot 2 uur wat dutten om de wacht van 2 tot 5 uur van haar over te nemen. Yvon is dan weer paraat van 5-8 uur. Yvon ligt wat meer, maar ik kan het beter hebben. Je slaapt niet echt, zeker als de trip maar een paar dagen duurt en je nog niet in het wacht-loop-ritme zit. Maar je rust als de zee rustig is wel uit.

De volgende ochtend begint het wat meer te waaien en we wisselen van spinnaker naar screecher met grootzeil. Deze combinatie wordt spoedig ingeruild voor genua en grootzeil. Vervolgens gaat er één rif in het grootzeil, dan nog een. Als het donker wordt staat er al een stevige wind, rond 25 knopen en de zee begint ook flink op te bouwen. We gaan veel te hard en zullen op deze manier in het donker aankomen, geen goed plan. Dus nog een rif in het grootzeil. Maar met het verminderen van het zeil oppervlak neemt de wind steeds meer toe! Om 2 uur `s nachts halen we ook de genua helemaal weg, zodat er alleen een heel klein stukje grootzeil opstaat. En nog steeds gaan we 6-7 knoop, want de wind is toegenomen tot zo`n 35 knopen, windkracht 8. Daar hadden de weervoorspellingen het niet over!

Van 11 tot 2 lig ik in mijn kooi, maar de verdere nacht komt er niets van uitrusten. De boot doet het fantastisch en de stuurautomaat houdt ons perfect op koers, hoewel de golven geleidelijk 4-5 meter hoog worden. Maar er is erg veel kabaal. Continue is er een spay van zout water over de boot, dus buiten zijn is niet aangenaam. Het meest indrukwekkend zijn de golven die soms vanaf de zijkant vol in de kuip slaan. Honderden kilo`s water spoelen dan over het achterdek en in de kuip. Gelukkig kunnen de zelflozers (afvoeren in de kuip) de hoeveelheid water goed aan. Heb alles wat los ligt weggehaald en de bijboot extra vastgesjord. De kajuit deur staat op een kiertje, om nog wat verse lucht binnen te laten en zoveel mogelijk water buiten te houden. Yvon houdt zich prima, ligt in haar kooi en wordt gelukkig niet zeeziek, wat meestal onder deze omstandigheden wel gebeurt.

Mijn enige zorg is het aanlopen van het eilandje Guanaja. We moeten tussen riffen door en de zeebodem loopt steil op van 3-4 km naar 10-20 mtr! Met deze wind en zeegang kan er een gevaarlijke situatie ontstaan. Dan mag je beslist niet dwars op de zee komen! Ik wijzig onze aanloop route en stuur iets hoger om als het ondieper wordt meer voor de wind te kunnen weglopen. Ook de oorspronkelijk geplande nauwe doorgang door het rif verruil ik voor een bredere aanloop. Via de marifoon hoor ik een ander jacht kiezen voor de lijzijde van het eiland, maar dat wordt dan een enorme omweg naar de hoofdstad om in te klaren. Daar kunnen we altijd later nog voor kiezen.

Tussen hoge golven door ga ik af en toe even naar buiten, om op de radar te kijken of er scheepvaart is. Begin van de avond zaten we op de scheepvaart route tussen Panama en de Verenigde Staten, veel containerschepen en enorme tankers, maar nu heb ik al een tijd niets gezien.

De windmeter geeft als hoogste waarde 39 knopen, maar tegen de ochtend wordt alles gelukkig rustiger. Als de zon opkomt is er nog maar 20 knopen wind en rol ik de genua weer uit. Er is geen gevaarlijke situatie ontstaan en de boot houdt zich super. Toch kunnen de omstandigheden snel veranderen, of kan er iets breken, losraken of scheuren.

Maar voor mij zijn het o.a. dit soort ervaringen die het cruisen zo aantrekkelijk maken. Een heerlijke mix van avontuur en geborgenheid. Yvon vindt de geborgenheid en luxe heerlijk, het avontuur mag voor haar wel wat minder. Kon ze alles maar naar haar hand zetten!

De aanloop van Isla de Guanaja verloopt prima. We hadden ons nauwelijks verdiept in de Bay Islands, maar dit is een werkelijk prachtig eiland, met de hoogste bergen van de eilandengroep.

En de sfeer is weer zo totaal anders dan de afgelopen maanden. Het voelt een beetje als Malaysia/Thailand. We liggen voor anker voor de hoofdstad, welke geheel op palen is gebouwd midden in het water! En het is een komen en gaan van ranke bootjes die als water taxi fungeren tussen het kunstmatige eiland en de vaste wal.

Het stadje zelf is een doolhof van smalle steegjes, nergens breed genoeg voor auto`s, die er dan ook niet zijn. De inklaring van immigratie en douane gaat soepel. Niemand hoeft zelfs maar de boot te zien en we mogen 90 dagen blijven voor 5$ pp. Zo kan het dus ook!

Honduras is Spaanstalig, maar hier kun je ook met simpel Engels terecht, de oorspronkelijke bewoners komen uit de Cayman Islands. Bij de bank kunnen we, na een uur in de rij te hebben gestaan, dollars wisselen voor lempiras. Het omwissel bewijs wordt op een antieke schrijfmachine letter voor letter uitgetikt.

Bij het douane kantoor komen we een stel Zweden tegen, die onderweg 3 gevluchte Cubanen oppikten, maar dat is een ander verhaal!

Terug naar de bijboot verdwalen we kompleet in het labyrint van straatjes, maar dat komt misschien ook omdat we wat licht in het hoofd beginnen te worden na ongeveer 60 uur met slechts wat hazeslaapjes.

Uiteindelijk gaan we een stukje verderop in een baaitje voor anker. Tijdens zonsondergang mix ik een gin-tonic voor Yvon en een Margarita voor mezelf en we genieten van de zo onverwacht andere omgeving. Bij kaarslicht eten we een restantje uit de koelkast en dan storten we toch echt in. Honduras here we are!

Het idyllische eiland heeft helaas een groot bezwaar: je ziet ze niet, je hoort ze niet, en ineens zit je helemaal onder de rode bultjes en heftige jeuk, door de ellendige sandflies. Yvon begint en ik volg een dag later, en dat betekent vooral `s nachts onophoudelijke jeuk!

In deze omgeving zeilen is heerlijk, van oost naar west, dus met de wind in de rug, onder een strakblauwe hemel. Van Guanaja hoppen we langs vele baaitjes via Roatan naar Utila. Het is wel bloody hot, zijn duidelijk een paar graadjes naar het zuiden afgezakt.

Ook klussen we een beetje. Onze grote vriend Poppey de autopilot, begeeft het tijdens een tocht zomaar ineens, en daarmee"Maillijst algemeen" "Maillijst algemeen" verlies je een zeer trouw bemanningslid. Onder nogal wat gesteun en gemopper heb ik de stuurmotor helemaal gedemonteerd om uiteindelijk te ontdekken dat het een slecht contact was op het schakelbord! Foutje, bedankt. De impeller van de generator moet ook vervangen, niet fijn om twee uur opgevouwen in de kleine hete motorruimte te liggen. En Yvon kan haar hart ophalen aan een speurtocht naar een in rap tempo uitbreidende familie ongenode kleine zwarte en rode verstekelingen. We vervelen ons nooit.

Al sinds Cuba zeilen we op met Henry, een Duitse documentairemaker/producent/zeiler en we kunnen het met z`n drietjes erg goed vinden, hebben vele lange gezellige avonden bij elkaar aan boord.

Utila is de minst mooie van de drie Bay Islands, maar een backpackers paradijs. Veel lange haren in staarten, tattoo`s, blote voeten en goedkope restaurantjes. Via Henry kennen we al snel redelijk wat mensen en de gesprekken gaan vaak over duiken.

Henry kent iemand die een feest geeft op een heel klein eilandje, dat je kunt huren voor $80 per dag. Wij worden ook uitgenodigd en samen met Henry zorgen wij met onze boten voor het vervoer van de twintig feestgangers ernaar toe en weer terug.

Wat een droom eilandje is het! Niet groter dan 200 bij 50 meter, omgeven door een turquoise zee en een prachtig rif, met schuin groeiende palmbomen hangend over een wit strand. Op het eilandje staat een simpel huisje met zes slaapplaatsen. De rest wordt met tenten aangevuld.

Wij en Henri zijn de veteranen, met een heel leuke groep jonge mensen van diverse nationaliteiten. Vis op de barbeque en genoeg drank en dope om tot laat spelletjes te spelen en te lullen.

Wordt ouderwets met een heerlijke puinzooi, links en rechts mensen die op de grond in slaap vallen, terwijl de diehard`s eindeloos doorgaan. Kan melden dat wij bij de laatste groep horen. Een dergelijk sfeertje kennen wij van 25 jaar geleden, alleen in een iets andere setting!

7 Mei komt Veroni naar Honduras gevlogen. In la Ceiba, vasteland Honduras, waar we vlak voor de haveningang nog een vette tonijn vangen, Veer`s lievelings eten, laten we de boot in een marina achter. Vandaar gaan we per bus naar San Pedro Sula. Alles loopt vlotjes, zitten een nacht in een hotel (heerlijk in de airco langs 126 tv netten zappen) en de eigenaar brengt ons de volgende dag naar het vliegveld. Veroni is aardig op tijd en het is altijd weer een emotioneel moment om elkaar op een vliegveld in den vreemde in de armen te sluiten!

Vervolgens in een luxe airco bus terug, terwijl de dames eindeloos kwebbelen. Eind van de middag zijn we weer op de boot, het is takke heet, hoge luchtvochtigheid, geen wind en Veer wordt meteen lek geprikt door sandflies. We dobberen een dagje in het kleine zwembadje bij de marina, maar dan moeten we echt weg, veel te warm.

Bestemming Los Cochinos, een eilanden groepje waar weinig mensen komen. Hier wonen Garifuna, afstammelingen van verbannen slaven uit St Vincent. Ze leven van de visvangst op kleine palmenstrand eilandjes zonder elektriciteit, dus veel kleine kinderen (wat doe je anders `s nachts?). We hebben al snel de boot vol met zwarte boys die naar ons toe zwemmen. Cola en sigaretten worden uitgedeeld, maar de conversatie in het Spaans loopt niet echt soepel.

Na twee dagen zeilen we door naar Roatan, een van de Bay Islands. Doel: zwemmen met dolfijnen! Veer en ik gaan ervoor en het is echt een bijzondere ervaring. Eerst word je een beetje vertrouwd gemaakt met de dieren, aaien en op de foto enzo, nogal toeristisch. Maar daarna zwem je met snorkel en masker in een afgezet stuk zee. De 15 dolfijnen moeten even wennen, maar uiteindelijk komen ze met je spelen. Ongelooflijk om plotseling drie van die glimlachende snuiten pal voor je masker te hebben. Ze laten met zich sollen en je kunt spelletjes met ze doen, alles in een natuurlijke omgeving. We zijn allebei erg opgewonden over deze ervaring als we na een uur uit het water komen!

In Nederland is paniek, mijn vader wordt op de intensive care opgenomen na een verkeerd uitpakkende chemo ter behandeling van zijn leukemie. Er is dagelijks contact met mijn zussen. Dan ben je ineens erg ver weg en we kunnen onmogelijk zomaar de boot ergens achterlaten en in een vliegtuig springen. Maar na een paar dagen krabbelt hij gelukkig uit een diep dal en stabiliseert de situatie. Toch maken we plannen om sneller naar huis te kunnen gaan.

De vakantie met Veer is fantastisch. Helaas is ze alleen, Dennis moet tentamens inhalen, maar we hebben het erg gezellig. We zeilen van baai naar baai, gaan naar het carnaval van la Ceiba, doen spelletjes, duiken, borrelen en genieten.

Zo schieten de dagen voorbij. Onze laatste zeiltocht gaat naar de Rio Dulce in Guatemala, de plek waar we `Sea of Time` voor het orkaan seizoen zullen achterlaten. Het grootste deel van de nacht zeilen we onder spinnaker, terwijl ontelbare onweersflitsen aan de horizon de weg wijzen.

`s Ochtends is de inklaar procedure vriendelijk en efficient. Daarna een overweldigende zeiltrip landinwaarts, door een kilometers lang nauw ravijn met aan weerszijden een ondoordringbare jungle die loodrecht uit het water opstijgt, tientallen meters hoog. Als de wind wegvalt overstemmen de motoren een beetje het orkest van honderden vogels en niet zichtbare andere oerwoud bewoners, maar we luisteren ademloos.

Deze omgeving is weer heel anders dan alle eerder bezochte landen. Nu dus op zoetwater, een vochtige tropische jungle, hier en daar rieten hutjes bewoond door een paar families, met de rivier als hun enige snelweg.

De volgende twee dagen zijn we bezig met een geschikte marina zoeken om onze boot een paar maanden te kunnen stallen. Marina is niet de juiste omschrijving, het zijn kleine posada`s met een steiger en plaats voor 5-15 boten. In totaal zijn er een stuk of 12 van deze plekken, en de meeste zijn al behoorlijk vol. Maar gelukkig vinden we een plek waar we tevreden mee zijn: een prachtig exotische tuin, zelfs een klein zwembad en een paar huisjes voor de verhuur aan toeristen. Ook de naam is toepasselijk: Hotel Catamaran!

De laatste dagen van Veer haar vakantie gaan we naar Copan in Honduras, een plaats met Maya ruines. Met z`n drietjes reizen we nu met rugzakken over land, lange busritten, en samen speuren naar hotelletjes. Vooral het plaatsje zelf, hoger in de bergen, en het paardrijden in de omgeving maken dit tot een prima afsluiter van haar vakantie. Als we haar in San Pedro Sula op het vliegtuig zetten zijn de vier weken omgevlogen. Maar wij zullen haar snel weer zien in Amsterdam.

Het was al met al een super seizoen, de boot heeft zich perfect gehouden en wij hebben samen helemaal onze draai gevonden. Hier hebben we het allemaal voor gedaan en we prijzen ons erg gelukkig. Recht zo die gaat!

Zo, jullie zijn weer bij en mijn ei is gelegd. Sorry dat het zo lang duurde. We zijn tot 14 september nog in Amsterdam,

Liefs van Yvonne en Maarten