Lieve allemaal,
Op Paaszondag, nu alweer een paar weken geleden, drijven we met 2-3 knopen snelheid langs de kust van Bocas del Toro, West Panama, terwijl Bach`s Matthäus-Passion de serene rust overstemt. Toch een beetje Pasen dus. Het landschap is dramatisch mooi, aan de horizon vage silhouetten van hoog vulkanisch gebergte, terwijl om ons heen overal kleine groene eilandjes de navigator bij de les houden. Donkere wolken versterken het contrast van de vergezichten, soms met wat wind, maar de meeste tijd met slechts een licht briesje, net genoeg om wat verkoeling te geven in deze vochtige tropische omgeving. We hebben wel anders meegemaakt, maar daarover later.
Het is weer even geleden dat we wat van ons lieten horen. In december schreven we de laatste algemene mail, terwijl we de boot in Guatemala klaar maakten voor een nieuw seizoen in the Caribbean. Er waren toen echter al berichten uit Nederland dat het niet goed ging met mijn vader, zijn al jaren sluimerende leukemie begon het 81 jarige lichaam steeds meer te ondermijnen.
Uiteindelijk besloten we vlak voor Kerst toch naar Nederland te vliegen. Gelukkig klom mijn vader opnieuw uit een diep dal en het was heerlijk om met z`n allen rond zijn bed te zitten. Hijzelf leek ook erg opgelucht ons te zien. We hadden een prima Kerst, voor het eerst sinds 4 jaar weer met Veroni en familie in Nederland, rond echte kerstbomen.
Met pa ging het steeds beter, zodat we met Oud en Nieuw besloten naar Groningen te gaan, om in onze `roots-stad` met vrienden 2007 in te swingen, en weer eens echt vuurwerk te zien. Geweldig was het!
Daarna ging het allemaal vrij snel, pa z`n gezondheid verslechterde wederom en het was zijn uitdrukkelijke verzoek om rustig te mogen inslapen, geen levensverlengende handelingen meer aan zijn lijf! Hij had eindelijk vrede met de eindigheid van het leven, misschien ook omdat al zijn dierbaren dicht bij hem waren. We zaten per toerbeurt aan zijn ziekenhuis bed, en uiteindelijk is hij 9 januari heel rustig overleden.
Er volgde een emotionele en drukke tijd, maar samen met Yvon en mijn twee zussen Petra en Sylvia hebben we alles in perfecte harmonie kunnen regelen. Ik moet er niet aan denken als we door omstandigheden niet of te laat in Nederland zouden zijn geweest, hoewel het de keerzijde van ons reislustige leven had kunnen zijn. Gelukkig is het zo niet gelopen, ben daar erg dankbaar voor! Maar laat ik mij op deze plaats concentreren op onze omzwervingen.
OK, 11 februari zijn we weer op de boot in Guatemala. We hadden oorspronkelijk plannen om via Mexico en Florida naar de Bahama`s te zeilen, en dan door te gaan naar Curacao, maar omdat ons seizoen nu wat korter is geworden besluiten we naar Panama te gaan en voor het orkaan seizoen weer in Guatemala terug te komen, zodat we volgend jaar onze plannen voor dit jaar kunnen uitvoeren. In een kleine week zijn we zeilklaar, omdat we de boot niet helemaal hadden afgetuigd in december.
We motoren, na een kort verblijf op Lago Izabal om alle apparatuur te controleren, de 20 mijl richting Livingston. We willen in een van de zijarmen van de Rio Dulce voor anker om de volgende ochtend vroeg uit te klaren. De kaart geeft geen detail over diepte, maar het lijkt allemaal diep genoeg. We hebben een redelijke gang als de dieptemeter van 7 meter ineens naar 1 meter gaat, en we lopen stevig vast in vette klei. Op de motoren achteruit slaan levert niets op. Terwijl het tij langzaam zakt breng ik met de bijboot een anker uit als extra trekhulp. We draaien de anker lijn snaarstrak op een lier, maar ook samen met onze twee motoren komen we geen centimeter van de onderwaterberg af. Via de marifoon roep ik kennissen op om te vragen of zij weten wanneer het hoogwater is. Jurriën, een andere kennis, en medeeigenaar van het Nederlandse Sun Dog cafe, vangt ons gesprek op en zegt toe om met een lancha met een buitenboord motor van 110pk te komen helpen. Als na ongeveer een uur de lancha arriveert blijken zijn toegevoegde pk`s helaas ook niet voldoende te zijn.
Er komt ook nog een vriendelijke Amerikaan langs. Nu hebben we bij elkaar meer dan 250pk en het uitgebrachte anker. En ja hoor, heel langzaam komen we los, in een grote wolk van modder water. Het blijkt dat overal om ons heen vrij water is, behalve die ene bult midden op de rivier! En die hebben wij gevonden, knap werk schipper! We hebben nog veel moeite om het anker omhoog te krijgen, welke zich erg diep in de modder had ingegraven. Maar nadat we de dorstige kelen rijkelijk met bier hebben gelaafd en iedereen hartelijk hebben bedankt gaan we een stukje verderop voor anker. We zijn weer op reis en de avonturen zijn weer begonnen....
We zeilen via Sapodilla Cays in Belize naar de Bay Islands van Honduras, eilanden die we ook vorig jaar aandeden. We hoppen langs de eilandjes en vinden steeds weer nieuwe anker plaatsen in beschutte baaien, beschermd door riffen aan de zuidzijde. Uiteindelijk belanden we in Guanaja, het meest oostelijke eiland van de Bay Islands, waar we moeten wachten op een `weather window`, om de trip naar de Vivorillo Banks te kunnen aanvangen, recht tegen de heersende winden in.
Hieronder een stukje mail van Yvonne aan Veroni over deze trip:
Wij liggen rustig helemaal alleen voor anker in prachtig turquoise water achter een rif met een paar muggenpoepjes van eilandjes, waarvan er één bewoond wordt door een bewaker. Een paar maanden per jaar krijgt hij gezelschap van een paar vissers die de rest van de tijd aan de kust van Honduras wonen. Zij zijn alleen maar geinteresseerd in het vangen van haai, wat ze met gewone visnetten doen. En toevallig is het momenteel blijkbaar de tijd om op haai te jagen. We lagen nog nauwelijks of het eerste bootje kwam langs met een stel flinke haaien. We hadden zelf juist een grote Wahoo van 1.35m gevangen en waren dus niet geinteresseerd. We gaven ze als troost een pakje sigaretten. In de loop van de dag kwamen natuurlijk ook de andere vissers vanaf het eilandje langs om sigaretten te scoren.
Maar laat ik bij het begin beginnen.
De gehele planning van de zeiltrip van Guanaja naar Vivorillo Banks (155 mijl, maar bijna 200 met de stroom tegen, op en neer naar Engeland), had te maken met het verwachte `front`. De baai waar we lagen, lag vol met Amerikaanse zeilers die op het `juiste` moment wachtten om te vertrekken. Sommigen wachtten al meer dan twee weken. Het front betekent sterke wind uit het noorden vaak gepaard gaande met hevige regenval. De meningen over het moment dat het front zou gaan passeren waren verdeeld. Na een front blijft de wind nog een tijdje uit het noorden komen, daarna draait hij langzaam naar het oosten en is er weer sprake van de gebruikelijke passaatwind. Dat is niet handig als je zeilend naar het oosten wilt.
Papa wilde dus gebruik maken van deze tijdelijke noordenwind.
De baai laten we in diepe rust achter als wij vertrekken met een stevige wind van zo`n 25 knopen (windkracht 6) en het belooft een grauwe regenachtige dag te worden.
We zijn nog niet de baai uit of de golven zijn meteen heel steil en hoog, en ze komen van twee verschillende richtingen. We stuiteren door en over het water, slingeren alle kanten op. Binnen valt niet te zijn als je niet ziek wilt worden, maar buiten is ook niet fijn, de kuip wordt overspoeld door het vele zilte nat. De wind loopt op tot 37 knopen, en we gaan als een speer door het water, tot 11 knopen, zelfs met dubbel gereefd grootzeil en gedeeltelijk ingerolde genua (voorzeil).
Zelf ga ik al vrij snel binnen op de bank liggen, voel me katterig. Het vreselijke gebonk van de golven die tegen de onderkant van de boot slaan in combinatie met allerlei zaken die niet voldoende zeevast gezet zijn (dat hoefde toch niet bij een catamaran?) en met veel kabaal de grond bereiken. Het geluid gaat me door merg en been, maar het is om meerdere redenen niet het moment om hier iets aan te doen.
Dan een harde knal, de val van de screacher raakt los (er schiet een snap shackel zomaar open!)en dit grote voorzeil begint over het voordek alle kanten op te zwiepen. Papa wil naar voren om het enorme zeil proberen vast te zetten. Hij is aangelijnd, haakt zichzelf vast, en ik kijk vanuit de kajuit toe en ben bang, doodsbang. Terwijl hij bezig is de screacher met stukken lijn vast te sjorren aan de reling, verdwijnt het voordek inclusief papa continue volledig!! in de golven. Proestend, het zout uit de ogen wrijvend, komt hij dan weer even tevoorschijn om z`n werk voort te zetten. Door al het zeewater blaast zijn reddingsvest ineens automatisch op, maar loopt vervolgens vrijwel direkt weer leeg. Lek als een mandje, da`s fijn, die moeten we allemaal ff checken! Ik vind het verschrikkelijk om te zien en het lijkt eindeloos te duren eer hij klaar is. Terwijl ik over m`n toeren ben, reageert hij vrij rustig, het moest gewoon gedaan worden, ok ok. Wat mij betreft, ik heb me met deze boot tijdens een zeiltrip nog nooit zo ellendig en machteloos gevoeld.
Later op de dag wordt dezelfde actie herhaald om de boegspriet vast te zetten, die los raakte en onder de boot klapperde.
Tegen de avond krijgen we een gast, een klein vogeltje komt schuilen. Hij vliegt zeer doelbewust naar ons toe om mee te liften, en laat direkt merken dat hij vastbesloten is niet buiten, maar binnen de nacht te willen doorbrengen. De eerste keer zetten we het beestje liefdevol doch beslist weer buiten, maar hij blijft pogingen ondernemen en als ik een soepje ga opwarmen maakt hij meteen van de gelegenheid gebruik om weer naar binnen te vliegen. Hij nestelt zich heel stilletjes in de fruitmand op de bar. Ik kan hem geen ongelijk geven en we laten hem. De volgende ochtend verlaat hij ons lekker uitgerust bij het krieken van de dag.
Na ongeveer 15 uur zeilen, begint de wind iets te kalmeren en de zee wordt iets minder onvriendelijk. Wel blijven de regenbuien komen en de zoute golven spoelen nog steeds met regelmaat over het dek. Ik heb nog steeds een dikke knoop in m`n buik van de spanning en ben niet een echte hulp voor de kapitein, hij is solozeiler op deze trip.
De volgende ochtend ziet de wereld er heel anders uit, het zonnetje schijnt, de wind gaat wat meer liggen, komt nu uit het oosten, recht op de neus, dus de rest van de trip wordt kruisend vervolgd.
Om 8 uur, tijdens het Caribbean Net, (een radio net voor zeilers van Florida tot Cartagena, iedere ochtend via de korte golf) wordt er bezorgd naar ons geinformeerd. We horen dat twee andere boten die de dag voor ons vertrokken, teruggekeerd zijn naar Guanaja, een van de twee kreeg schade door het zware weer en maakte water. Blijkt dat een paar uur na ons nog een boot vertrok die eveneens omkeerde.
Na aankomst nemen we de schade op, die valt uiteindelijk wel mee, maar we zijn lang bezig om de boel weer op orde te krijgen.
Via het Radio Net horen we vanochtend (dus drie dagen na ons vertrek) dat een hele groep boten nu deze kant op komt. Ik denk dat zij een veel rustiger trip hebben, ook al doen ze er misschien twee maal zo lang over en dan motorzeilend. Allemaal Amerikaanse angsthazen volgens papa, tja, wat zal ik er nog van zeggen, ik ben ook een angsthaas. Een ding is zeker, deze trip zal ik niet snel vergeten.
Het goeie nieuws is dat we, als het goed is, het ergste gedeelte naar Panama gehad hebben, we hoeven niet meer recht tegen de wind in.
Aldus Yvonnne.
Al met al heeft de boot zich prima gehouden, en we waren in record tijd zeilend op onze bestemming, maar de trip was niet relaxed. De wind was stevig maar niet echt het probleem. Het waren de steile kruiszeeën die voor al het ongemak zorgden. Moet ik toch niet te vaak doen, anders dreigt er beslist muiterij! Helaas is het ene front sterker dat het andere en dat is niet altijd te voorspellen.
Vanaf Vivorillo`s zeilen we samen op met twee andere multi hulls. Bij vertrek is er wederom discussie over het juiste moment van vertrek, en de groep monohulls wacht rustiger weer af. We hebben echter een perfecte trip (ook volgens Yvon) naar Providencia, een Colombiaans eiland 130 mijl voor de kust van Nicaragua. Deze kust is niet echt veilig vanwege gevallen van piraterij in het verleden. We varen dan ook ruim uit de kust, zonder navigatie verlichting en houden op een niet-standaard marifoon kanaal gedurende de nacht kontakt met elkaar. Alles gaat prima.
We gaan voor anker op Isla Providencia, een van de mooiste eilanden die we ooit zagen! Kan zo een eiland in de Pacific zijn, hoge groene vulkanische bergen omgeven de prachtige baai. De inklaring gebeurt door een speciale agent, die, terwijl ook port captain, customs, en immigratie aan boord zijn, de Spaanse formulieren in een rap tempo voor ons invult.
`s Avonds eten we aan de wal met de bemanning van de beide multi hulls. Het wordt een waar feest met de jonge Canadezen en Amerikanen van rond de 25 en die avond luidt een periode in van veel drank en weinig slaap. We voelen ons bijna weer 20 jaar jonger! We huren scooters (geen id of borg nodig!) en scheuren over de enige weg die rond het eiland gaat. Het toerisme heeft nog maar op beperkte schaal deze parel in de Caribische zee ontdekt, dus geen luxe resorts. Wel eindeloze maagdelijke stranden en kleurig geverfde huisjes met rode daken. De Colombiaanse regering heeft voor de 5000 bewoners een flinke pot met centjes beschikbaar gesteld om alles op te knappen, nadat het eiland onlangs door een orkaan werd getroffen.
Onze nieuwe vrienden hebben haast, ze moeten voor verschillende afspraken spoedig in Panama zijn. Omdat het zo gezellig is, besluiten we na drie dagen samen met hun te vertrekken, richting Isla San Andres. Dit is ook een Colombiaans eiland, 60 mijl zuidelijker, toeristischer, met vooral in het hoofdstadje veel tax-free winkels. Maar het eiland zelf is weer van dezelfde schoonheid als haar kleine zusje. Ook hier genieten we op scooters van de natuur en houden we het tempo van party en drank redelijk goed bij. Ook dit eiland laten we na 3 dagen achter ons, om op spinnaker voor het lapje naar West-Panama te zeilen.
Als we in Bocas del Toro aankomen nemen we afscheid van de jongens. Het was een geweldige tijd, maar nu moeten we het toch echt even wat rustiger aan doen! Hopelijk komen we Alan, Brian, Jonny, Luke en Paul ooit nog eens tegen.
Bocas del Toro is een gebied dat erg in opkomst is. Veel natuur liefhebbers hebben dit tropisch regenwoud, het domein van de Ngöbe-Buglé Indianen, recent ontdekt. We liggen voor anker voor het dorpje, waar vele kleine hotelletjes en gezellige restaurantjes zijn en het is een drukte van belang met lancha`s die lokalen en toeristen vervoeren naar de vele eilandjes in de omgeving.
Nadat we weer een beetje zijn bijgekomen laten we de boot voor anker achter en nemen een lancha die ons met hoge snelheid naar het vaste land brengt, vanwaar we met een bus in 5 uur naar David reizen, in de zuidelijke provincie Chiriqui, grenzend aan de Stille Oceaan en Costa Rica. Deze reis gaat (ik blijf maar in superlatieven spreken) over hoge bergruggen met oneindig ongerepte natuur en onwaarchijnlijke vergezichten. Dat dit allemaal nog bestaat!
In David huren we voor een week een auto en trekken van hotel naar hotel, van hoog in de koele bergen tot aan de zwoele stranden van de Pacific. Dit gebied heeft naast de jungle ook grote delen met grasland en rustig grazende koeien, zoals in de Ardennen of Zwitserland! We raken steeds meer verliefd op Panama! Relaxte mensen, super natuur, prima infra structuur, heerlijk eten en lekker goedkoop.
En zo zeilen we drie weken later, rond Pasen, verder oostwaarts langs de Panamese kust, met tijdens een maanloze nacht een betoverende licht show van een grote groep dolfijnen voor de boeg, die als kometen felgroen fonkelende banen van fluoriserende algen in het heldere water doen oplichten. Pure magic!
De natuur is steeds overweldigend, zoals ten anker op de Rio Chagres, vlakbij de Gatun sluizen van het Panama Kanaal. We liggen midden in de jungle, met overal om ons heen brulapen en andere oerwoud geluiden. Er moeten ook krokodillen zitten, maar die hebben we nog niet gespot. En dan vlak bij de dam ineens een enorm cruise schip dat schijnbaar over de toppen van de bomen vaart! Wat een contrast.
Over contrast gesproken. Vanaf de Rio Chagres, waar we de enige boot zijn, varen we in drie uur naar Colon, de ingang van het Panama Kanaal. Ineens zijn we omgeven door zo`n 20 langzaam varende of ten anker liggende oceaan reuzen. We kruisen met ons mini scheepje tussen enorme containerschepen en supertankers. En als we tussen de twee lange havenhoofden naar binnen zeilen is het een enorme drukte van af en aan varende pilot bootjes en water taxi`s, overal giga schepen en aan de kades grote bedrijvigheid van moderne kranen die containers overladen. We zijn ineens in een totaal andere wereld beland!
We gaan voor anker bij de Panama Yacht club en slaan de drukte met een borrel in de hand gade. Hier liggen ruim 30 jachten voor anker, die waarschijnlijk door het kanaal gaan. Zeker degenen die volgehangen zijn met in plastic gewikkelde autobanden, een van de vereisten om door het kanaal te mogen.
Na een paar dagen verkassen we naar de Shelter Bay Marina, een nieuwe jachthaven, waar we de boot achterlaten voor een bezoek aan Panama City, aan de andere kant van het kanaal.
Met een luxe touringcar (airco en video) zijn we voor $2,50 pp na 2 uur in Panama City. Een mega stad aan de Stille Oceaan met een skyline bijna als van Manhattan. We nemen een hotel in het centrum van de stad, midden in het uitgaans gebied, met vele goedkope restaurantjes en terrasjes à la Parijs. Op het dak van het hotel hebben we `s avonds naast het zwembad een geweldig uitzicht op de imposante torenflats en het drukke verkeer. We laten ons vertellen dat Panama City weinig criminaliteit kent en vele Amerikanen vestigen zich hier als pensionado`s. De multi culturele bevolking (een erfenis dankzij het graven van het kanaal) is erg vriendelijk en we voelen ons helemaal thuis. We informeren uitgebreid over de mogelijkheden om een appartement te kopen en het lijkt financieel erg aantrekkelijk en nog steeds bijzonder goedkoop. Dit land, zonder een leger, heeft in onze ogen veel te bieden. Misschien een plekje om ons later (gedeeltelijk) te vestigen.....
We bezoeken de oude koloniale stad, die langzaam in oude glorie wordt hersteld en dolen rond in super moderne shopping malls. Het bezoek aan de Miraflor sluizen (de laatste sluizen aan de Pacific kant) is een hoogtepunt en de geschiedenis van het kanaal is uitermate interessant. Ook voor de toekomst heeft Panama grootse plannen met deze belangrijke maritieme verkeersader. Al met al is Panama absoluut niet meer het corrupte midden-Amerikaanse land, zoals ten tijde van dictator Noriega.
En nu zijn we weer op de boot en maken we voorbereidingen om naar de San Blas eilanden te zeilen. Een gebied in oostelijk Panama met 360 eilanden, die min of meer onafhankelijk bestuurd worden door de Kuna Indianen.
Zoals je wellicht kunt opmaken uit deze mail gaat het prima met ons, de sfeer is ontspannen en we zijn beiden happy.
Hopelijk gaat het ook goed met jou en is het genieten van het mooie lenteweer in Nederland. Misschien groeien bij jullie in de toekomst ook wel palmbomen!
Liefs van Yvonne en Maarten a/b Sea of Time, Colon, Panama