Diary for Welkom aan boord


Flessenpost 29, Bahama`s, Turks and Caicos, Dominicaanse Republiek en Curacao

2008-04-26 to 2008-08-17

Lieve Allemaal

Eind april verstuurden we onze laatste algemene mail, nu is het augustus! Je kunt niet zeggen dat we je overladen met berichten.
We zijn op dit moment weer in ons heerlijke huisje in Amsterdam. Grappig hoe een kleine woning als een zee van ruimte is vergeleken met een grote boot!
En dat is niet het enige voordeel! Het voelt als een hotel met veel luxe. Ja, ja, alles is relatief.

Als je denkt dat er grote gevaren kleven aan het zeilen in de Caribbean dan vergis je je toch echt: het is risicovoller een feestje te hebben op het Amsterdamse IJ, in een oude lekkende stalen sloep met een dronken schipper (en dito passagiers), terwijl in het donker de buitenboord motor uitvalt en er meerdere binnenvaartschepen op je af komen!
Het was wel erg gezellig en het is allemaal goed afgelopen. Maar ik zie de krantenkoppen al: wereldzeilers lijden schipbreuk in Amsterdamse gracht!

De vorige mail kwam uit Georgetown, op het eiland Great Exuma in de Bahama`s. Al sinds 1954 vindt hier de Family Regatta plaats. In de wereld van het wedstrijd zeilen is veel veranderd, maar in deze klassieke race is alleen plaats voor traditionele houten werkboten. Prachtige, lokaal gebouwde sloepen, met veel teveel zeil en als opvallend kenmerk meerdere planken aan de hoge kant waar tot wel 15 man op zitten om het zaakje rechtop te houden! De race duurt vier dagen, met `s avonds Bahamian feesten op de wal.

We liggen er twee weken, een extra week vanwege harde passaat wind. De fronten uit het noorden, die geregeld voor de gewenste windrichting verandering zorgen, en waar we al vanaf Guatemala mee spelen, bereiken de zuidelijke breedte waar wij nu zijn, minder vaak. Vrijwel iedereen die hier met een boot is (bijna allemaal Amerikanen) gaat nu naar het noorden, meestal heerlijk zeilend voor het lapje. Maar wij zitten op het `thorny path to the south`, en moeten meer plannen. Zowel de wind als de stroom komen beiden uit de hoek waar we heen willen. Tegen 25 knopen wind in beuken is niet erg comfortabel.

En dat het weer ook hier zich niet altijd aan de afspraken houdt blijkt als we uit Georgetown vertrekken met de belofte van een rustig aan-de-wind-dagje-zeilen. Na een paar uur krijgen we met gemeen steile korte golven te maken, door de sterk aanwakkerende wind. We besluiten uit te wijken naar een van de weinige ankerplekken op Long Key. Een baai met een wel heel smalle en ondiepe ingang, temeer omdat we met Laag Water aankomen. De dieptemeter geeft een paar maal 1.30m aan, wat wil zeggen, dat we nog 10 cm onder de kiel hebben, wat ook al niet aan ontspannen zeilen bijdraagt. Maar gelukkig is het zandgrond en zitten we op een catamaran.
Helaas is wel een van de trampolines (het net voor op de boot, waar we normaal de hele dag champagne liggen te drinken) onder het geweld bezweken. De trampolines stonden al op de lijst om vervangen te worden, maar nu ziet het er wel vreemd uit, zo`n gapend gat. Ik heb er maar een lijntje omheen gespannen, werk in uitvoering.

En zo kruisen we naar het zuiden, het zijn hard bevochten mijlen! We doen dagtripjes en ankeren steeds op totaal verlaten plekken, het lijkt wel of niemand in deze tijd van het jaar naar het zuiden gaat.

Soms zit het weer ook mee. Zo plannen we een tripje van 16 mijl, maar dankzij een gunstige windshift worden het er 144, met een nachtje doorvaren. We passeren de 22.5e breedtegraad en zijn weer in de Tropen.

Uiteindelijk gaat de gastenvlag van de Bahama`s naar beneden en zeilen we tussen de eilanden van de Turks and Caicos, Brits overzeese gebiedsdelen.
Turks and Caicos klinkt exotisch, vind je ook niet? Veel mensen hebben waarschijnlijk geen idee waar het ligt.

Maar exotisch, hmm, dat valt wel een beetje tegen. Het is sinds lange tijd dat we het weer echt warm vinden, maar hier geen palmbomen of ander tropisch groen, alles is droog en dor, het doet ons eerder aan een woestijn denken.
We ankeren onder het eiland Providenciales, afgekort tot Provo. Terwijl we op het heetst van de dag over een stoffige weg lopen, krijgen we een lift van een vriendelijke local, die ons in een grote SUV met airco het eiland laat zien.
Volgens ons is er op de Turks and Caicos eilanden met zo`n 20.000 bewoners niet veel te beleven. Toch wordt er enorm veel gebouwd, en vestigen er zich mensen uit vele landen. Er is vooral werk in de bouw en het toerisme. Sommigen proberen illegaal het land binnen te komen op zelf gebouwde wrakkige scheepjes. Regelmatig verdrinken Haitianen noodlottig op weg naar economische voorspoed. Zoveel risico willen ze nemen voor een beter leven!
Wij voelen niet de behoefte hier lang te blijven, en het leven hier is nog duurder dan op de Bahama`s.

De laatste 100 mijl naar de Dominicaanse Republiek varen we in windstille nacht, vrijwel geheel op de motor. We wisten dit van te voren, en ik zou normaal op gunstige wind wachten, maar de verwachting is (te) sterke wind voor een langere tijd. Het voordeel is dat we beiden redelijk uitgerust in Luperon aankomen. In plaats van vrijwel vlakke, dorre en droge eilandjes, hebben we hier een overdaad aan vele tinten vruchtbaar groen en worden we omringd door prachtig hoge bergen. Op zee ruiken we het land al van verre!

Inklaren in de Dominicaanse Republiek levert de voor ons inmiddels bekende Spaanstalige papierwinkel op bij immigratie, douane, marine en port captain. En als laatste komt nog een opgewekte meneer van agriculture aan boord om één uitje en vijf aardappelen te controleren, ons restant groenten. En ieder van hen vraagt vanzelfsprekend de nodige pesos van de zeilende gringo`s, maar ik kan ze eigenlijk geen ongelijk geven.

En dan komen Veroni en Dennis voor een veel te korte vakantie van acht dagen. Working class heroes! Maar het is super gezellig en we hebben de week goed verdeeld tussen land en zee tripjes. Drie daagjes aan boord met wat zeilen, snorkelen en zonnen en vervolgens met een dikke four wheel drive de bergen in en voor wat cultuur naar de hoofdstad Santo Domingo. Heerlijk om weer even echt samen te zijn en ik geloof dat ze er in Nederland met hernieuwde energie tegenaan kunnen.

De laatste dagen houd ik de weerberichten gedetailleerd in de gaten. We moeten nog een flink stuk tegen de wind in. `s Nachts waait het meestal wat minder, dus ook daar maken we gebruik van. Uiteindelijk lijkt er een `window` van een paar dagen aan te komen en tegen de avond besluiten we te vertrekken.

De eerste nacht wordt helaas beslist niet door Yvon gewaardeerd. Een hoge holle steile zee en squalls met regen en windshifts die me dol willen draaien. De volgende ochtend zijn we voor wat slaap maar even gestopt in een baai aan de noord kust. `s Avonds weer door, kruisend rond de twee kapen Cabron en Samana. Op een paar honderd meter afstand zeilen we langs imposante kliffen, wat is de noordkust van de DR toch ongelooflijk mooi en ongerept! Beslist een van de mooiste gebieden van de Caribbean.
Het beetje krimpen van de wind komt net op tijd om een flink stuk door de beruchte Mona Passage, tussen Puerto Rico en de DR, naar het zuiden te zeilen. Langs een kust met tientallen kilometers absoluut verlaten witte zandstranden en miljoenen konings-palmen, met een achtergrond van groene bergen. We laten het anker vallen in weer een mooie baai voor wat nachtrust, net voor het donker.

Volgende dag wordt een heerlijk relaxte zeiltrip naar Isla Mona, een klein eilandje midden in de Mona Passage. Dit eiland is echt een ontdekking, wat een parel! We wanen ons in de Stille Zuidzee, net achter een rif aan een mooring, drie bootlengtes van het strand. Een steile klif als decor achter een prachtig strand met vele felgekleurde vogels. Ik verwachtte een militaire wachtpost en onmiddellijk controle van norse Amerikanen. Niets van dat alles, slechts een stel vorsende biologen in een tentenkamp (ik herken ze nog steeds onmiddellijk) en een aantal rangers. Helaas moeten we de volgende ochtend weer door, de laatste 375 mijl naar Curacao zouden we kunnen halen voordat het weer volgens de verwachting flink gaat verslechteren. En dat is gelukt in zo`n 60 uur. De laatste dag waait het wel wat harder, maar we hebben al met al geweldige mazzel met het weer.

En dan zijn we weer op Curacao. Het voelt als thuiskomen! Er zijn nog oude bekenden en we maken nieuwe vrienden, veel Hollandse gezelligheid met een tropisch sausje.

Drie jaar geleden vertrokken we van hier naar de noord-west Caribbean. We hadden weinig idee wat ons te wachten stond, maar nu kunnen we het alle zeilers aanraden! Meestal gaat de route via Cartagena en Panama door naar de Stille Oceaan, maar daarvoor laten ze prachtige gebieden rechts liggen. Jamaica, Cuba, Honduras en Guatemala zijn minder op zeilers ingesteld, maar daardoor wel oorspronkelijker, avontuurlijker en minder commercieel. Het zijn ervaringen om nooit meer te vergeten.

Op Curacao laten we de boot achter als we 15 juli naar Nederland vliegen. En we kijken terug op weer een geweldig seizoen, volgens Yvon zelfs nog beter dan alle andere.... het gaat dus goed met ons. Hopelijk treffen we je deze zomer ergens in het oneindige laagland.

Liefs van Yvonne en Maarten