Diary for Welkom aan boord


Flessenpost 32, Curacao, Colombia en Panama

2011-01-14 to 2011-07-10

Lieve Allemaal,

Samen met de catamaran van Duitse vriend Henry zeilen we tussen de San Blas eilanden in Panama. Een prachtig gebied met meer dan 350 door riffen omgeven eilanden, waarvan er een 40-tal zijn bewoond door de Kuna indianen, die van alle stammen in de Nieuwe Wereld hun cultuur en tradities het beste hebben bewaard. De rest van de eilanden zijn onbewoond, volgepakt met hoge kokospalmen die tot dicht op de witte stranden staan. Op de achtergrond bergen met maagdelijk regenwoud, de ondoordringbare grens met Colombia.

Henry hebben we vijf jaar geleden in Cuba ontmoet en met hem hebben we al heel wat meegemaakt. Daar is nu weer een hoofdstukje aan toegevoegd.Henry heeft hier in een Kuna dorp meegeholpen met het aanleggen van een drinkwater leiding vanuit de bergen. Wij toveren drinkwater uit zeewater (steeds weer een wonder), maar hij heeft niet zo'n apparaat. Gisteren gingen we naar dat dorpje om zijn watertank te vullen. Wij motoren min of meer achter de catamaran van Henry aan, er staat zeer weinig wind. Dit gebied is vergeven van de riffen, dus het is altijd goed uitkijken geblazen. Maar nu steken we een stukje water over waar het volgens de kaart steeds zo'n 30 meter diep is.Yvonne is binnen bezig en ik kijk wat dromerig om me heen over uitgestrekt turkoois water.

Plotseling een misselijk makende klap, gevolgd door gekraak en zwaar schurend geluid, terwijl Sea of Time met de boeg naar voren duikt en 14 ton boot binnen een paar meter tot stilstand komt! Oh my god, we zijn in volle vaart bovenop een koraalhoofd gevaren! Niet een zandbank, nee, keihard en zeer scherp kalk, door miljoenen poliepjes gevormd in honderden jaren. Als ik overboord kijk zie ik aan beide zijden van Sea of Time prachtig koraal, maar de schoonheid ervan ontgaat me even op dat moment.Ik schiet naar binnen en met dicht geknepen keel check ik of er water naar binnen komt. Dit is de situatie waarin menig jacht verloren is gegaan. Henry heeft het zelf een paar jaar geleden meegemaakt en verloor zijn boot! Maar gelukkig nergens water, ook niet onder de vlonders die ik allemaal optil.Ik doe de motoren uit want het heeft geen zin om ook maar te proberen achteruit te slaan, we staan zeker 20 cm hoger op het water. Ik grijp de duikbril en ga voorzichtig te water want ik kan hier staan op het koraal pal naast de boot, een bizarre ervaring. Zo goed en zo kwaad als het gaat probeer ik te zien hoe groot de schade is en of het mogelijk is achteruit weer deze onheilsplek te verlaten. Er is gelukkig geen koraal achter de twee kielen, anders zou dat eerst weggehakt moeten worden. Ik kan de schade niet goed zien, de kiel en onderkant van de romp zijn begraven in het koraal.Een paar meter terug is het onmiddellijk 10 tot 15 meter diep, dus we zijn recht op een muur afgevaren, zonder dat het dieptealarm de tijd had om me te waarschuwen.

Inmiddels heeft Henry begrepen dat er iets niet klopt en komt terugvaren, terwijl we lijnen klaar leggen en Yvon (mede door de schrik natuurlijk) mij de volle laag geeft omdat ik zo stom ben geweest niet goed op te letten! Henry vaart zelf vanaf de andere kant ook op hetzelfde stukje rif, maar gelukkig gaat hij langzaam en kan snel weer achteruit slaan.Het is eb aan het worden en hoewel er hier niet zoveel verschil zit tussen eb en vloed is het op dit moment toch ruim 35 cm verval, dus we hebben niet veel tijd voordat we echt hoog en droog staan.

Na wat nerveus heen en weer geschreeuw besluiten we het te proberen met twee lange lijnen tussen onze boot en die van hem. Henry durft niet te dichtbij te komen en met het gooien van de dikke lijnen kom ik niet ver genoeg. Maar een langs peddelende Kuna helpt de lijnen over te brengen. De eerste poging gaat mis omdat Henry wegdrijft en zijdelings aan onze boot trekt, wat alleen maar meer schade zou geven. Bij de tweede poging komt hij in de juiste positie en nu loeien vier motoren vol gas en zucht en kraakt onze boot. Ze komt een beetje omhoog, en dan begint ze langzaam in de juiste richting te bewegen! Hetzelfde door merg en been gaande schurende geluid onder onze boot begeleidt het centimeter voor centimeter naar achteren schuiven. Het lijkt te lukken en YES, ineens zijn we vrij van het rif! Wat een ongelooflijke opluchting!

Al met al een wat uitvoerig verslag van een gebeurtenis aan boord, een die ons nog lange tijd zal bijblijven! En wat ging er fout? Als ik in detail inzoom op de kaart blijkt er toch één piepklein rifje te zijn, een eenzame bergtop midden in ruim water. Knap dat ik de Sea of Time er precies bovenop heb gemikt, dat dan weer wel! Normaal controleer ik natuurlijk altijd de route, maar deze keer voeren we achter Henry aan en nam ik aan dat alles vrij was. Stom, stom, stom, heel stom!We hebben schade aan het onderwaterschip, gelukkig de meeste schade aan de kiel die veel sterker is dan de romp. Zullen we moeten repareren als we straks op de kant staan. Maar het had gemakkelijk heel veel erger kunnen zijn. Al met al een lesje in nederigheid! Nu maar hopen dat Yvon niet al haar vertrouwen in mij heeft verloren...

Wat is er eigenlijk terecht gekomen van die grote plannen om dit seizoen de Stille Oceaan te bedwingen? Niets, helemaal niets!Maar excuses genoeg. Doordat we in Nederland een aantal zakelijke verplichtingen hadden konden we niet op tijd vertrekken vanuit Curaçao, en die vertrektijd wordt weer bepaald door het orkaan seizoen in de Pacific. Het had allemaal misschien nog wel gekund en we hebben ook een paar keer getwijfeld, maar uiteindelijk besloten we om dit jaar lekker langzaam te doen. Via Curaçao, Aruba en Colombia zeilen we naar de eilanden van de San Blas in Panama.En volgend jaar dan toch echt die grote plas over. De boot hebben we al behoorlijk vol liggen met voorraden voor die reis, het resultaat van drie maanden shoppen en uitproberen op Curaçao.

Uiteindelijk willen we een voorraad voor ruim een half jaar hebben. De keuzes worden vooral bepaald door gewicht, dus we hebben veel gedroogde spullen. Naast de gebruikelijke klussen en reparaties op Curaçao was er nog een ander probleempje. We hadden drie weken op de werf aan de boot gewerkt en waren klaar om te water te gaan. Net op dat moment besluit de douane een stiptheidsactie te houden en controleert alle 70 boten op de werf op de juistheid van hun documenten. Nu zijn wij bijzonder nette mensen als het gaat om onze bootpapieren, dus we maakten ons geen zorgen. Tot we op een lijst welke op het raam van het kantoor was geplakt lazen dat wij, samen met 40 andere boten, aan de ketting waren gelegd!

We kunnen geen kant op, de werf mag ons niet eens te water laten. Omdat er door een misverstand tussen mij en de werf geen verlenging is aangevraagd na het verlopen van het eerste half jaar verblijf op het eiland, wat een simpel pro forma verzoek per email of fax is, dienen we nu 15,5% invoerrechten en BTW te betalen. In het verleden deed de werf dit automatisch voor zijn klanten, nu hadden we hun daaraan moeten herinneren. Niet gedaan, foutje, bedankt. En wij zijn niet de enigen! We gaan elke dag naar het douane kantoor, maar er zit absoluut geen beweging in de zaak. Eventueel mogen we NAF25000 borg (ongeveer 11000 EU) betalen, zodat we te water kunnen worden gelaten. Men denkt geloof ik dat mensen met een jacht daar hun hand niet voor omdraaien: “Vindt u dat veel geld, dat is toch heel redelijk?”

Drie weken lang worden er in lokale kranten (en ook in De Telegraaf in Nederland) artikelen geschreven over de onredelijkheid van deze actie en er worden zelfs in Nederland kamer vragen gesteld . We hebben verschillende vergaderingen met de werf en de douane en ik schrijf een brief naar de minister-president en de directeur van de douane. Uiteindelijk laat ik via een vriend een lokale advocaat het een en ander uitzoeken en dreig via hem met een procedure. En dan plotseling wordt de hele maatregel teruggedraaid en zijn we, zonder zelfs maar een boete, vrij om te gaan! En met ons alle anderen!

Hebben we dan alleen maar vervelende dingen meegemaakt? Nee hoor, absoluut niet. We hadden een heerlijke trip langs de Colombiaanse kust, op weg naar Panama. Slechts tweemaal een nacht doorgezeild, de rest in dagtripjes met in totaal zo’n 20 stops vanaf Curaçao tot en met Panama. Soms zeilen we langs een hoge kust met op 25 km landinwaarts bergen van ruim 5500 meter hoogte, waarvan de toppen met sneeuw zijn bedekt, de Sierra Nevada de Santa Marta. Of we liggen in wereldstad Cartagena met een skyline van enorme wolkenkrabbers, om die weer af te wisselen met een klein eilandje met zijn eigen bewoners, zoals een oude visser met nog twee tanden in zijn mond die verschillende zeepstenen beeldjes te koop aanbiedt en van wie we voor ongeveer driemaal teveel een beeldje kopen. Maar als we hem na de deal ook nog een groot pak koekjes geven reageert hij als een kind zo blij. Uitgelaten handenschuddend en steeds weer zwaaiend vertrekt hij. Het blijft een bizarre wereld, wij op onze luxe boot en hij peddelend naar zijn rieten hutje!

We krijgen op volle zee bezoek van de Colombian Coastguard, waarbij twee mannen overspringen en onze reling bijna weggerukt wordt. Vervolgens krijgt degene die binnen in de boot op zoek gaat naar illegale waar last van een zwakke maag en trekt bleek weg. Ze zijn erg vriendelijk en snel weer verdwenen.

We vangen regelmatig flinke vis en heel vaak springen en duikelen scholen dolfijnen een tijdje met ons mee.Toch ook enige angst als we ’s avonds in ons eentje in een grote baai voor anker liggen en een bootje met hoge snelheid op ons afkomt. Ze vragen om wat eten en vervolgens komen ze na een uurtje nogmaals langs met weer andere mannen aan boord. De machete en pepperspray lagen binnen handbereik, maar natuurlijk was er niets aan de hand....!

Hoewel de Colombiaanse kust berucht is om zijn onstuimige winden, hadden we geen problemen. Een paar keer flinke wind, maar van achteren. Te weinig wind was meer een probleem, althans volgens mij. Yvon vond het daarentegen prima om hele stukken te motoren. Als we in Panama aankomen, in het zuidoosten van de San Blas eilanden, kunnen we echt ontspannen. Weinig wind en zeer vriendelijke bewoners. De piraten, coke smokkelaars en guerrillastrijders hebben we dan achter ons gelaten.In het noordwesten van de San Blas is het de laatste jaren steeds drukker geworden met zeilboten, voornamelijk Amerikanen die hier het orkaan seizoen overzomeren. Maar in het zuiden, waar wij de San Blas binnenkomen, zijn we steeds de enige boot.De Kuna indianen leven nog zeer traditioneel, voor een groot deel zoals ze al tweehonderd jaar doen. 's Ochtends om een uur of zes trekken vele jongens en mannen in hun kano naar de kust, in soms niet meer dan een klein slaphangend groezelig onderbroekje. De kano of ‘ullu’ is uit één boomstam gehouwen, maar er moet constant gehoosd worden. De meesten peddelen of hebben een simpel zeiltje , terwijl een grote uitzondering een buitenboordmotor heeft. Op het vaste land worden kokosnoten, vruchten of palmbladeren voor de hutten verzameld.Rond het middaguur komen de meesten terug en wordt er vanuit de kano's gevist, allemaal erg relaxed. Ook snorkelen ze naar krab en lobster. Ze zijn klein, na de Pygmeeën het kleinste volk , maar goed gebouwd en ze zien er tanig uit. Ze komen regelmatig langs om hun waar aan te bieden, maar ze zijn vrijwel nooit opdringerig en als we geen interesse hebben gaan ze meteen weer verder. We voelen ons soms wat opgelaten omdat we nogal afgelegen liggen en ze daardoor flinke afstanden moeten peddelen.

Toch is er de laatste jaren ook wat veranderd. Niet zelden klinkt er ineens een elektronisch muziekje en komt er uit een plastic zakje een mobiele telefoon: “Of je al vis gevangen hebt en hoe laat je thuis komt?”.

De rust hier is weldadig. Naast die enkele buitenboord motor is er eigenlijk alleen de branding op het rif en het geruis van de wind. Maar af en toe is er ineens een enorme plons, meestal ’s nachts. Het is schrikken als je in je kooi door het open luik naar de sterren ligt te staren en je ineens naast de boot de luide plons van een “bommetje” hoort (ik zei nog zo….). Het blijken roggen te zijn, die in volle vaart achter hun prooi aan gaan. Vanuit de diepte schieten ze omhoog, komen boven het water uit en slaan dan plat weer terug op het wateroppervlak. En het zijn niet van die kleintjes!

Vier jaar geleden waren we ook al in de San Blas. We zijn toen bij een familie thuis geweest en hebben veel foto’s gemaakt, met de belofte over een paar jaar terug te komen. Met een dik pak foto’s hebben we deze mensen nu weer opgezocht. Ze wisten zelfs onze naam nog! Ook hier is de vooruitgang te merken. Op een veldje waren toen jongens aan het voetballen met een met een rubberen binnenband omwikkelde steen als voetbal. Nu hadden ze echte voetballen, maar ze waren toch blij met de leren voetballen die wij hadden meegenomen.

Al met al blijven we zes weken tussen de Kuna’s en liggen achter vele foto-perfecte eilandjes. Zeer ontspannend. Maar de regentijd is begonnen, het wordt overdag broeierig warm en iedere avond is er een lichtshow van onweer, altijd in de bergen, maar soms ook dichtbij.We gaan richting Colon, waar we de boot op de kant zetten om een half jaar naar Nederland te gaan. Begin 2012 is dan het plan om door het Panama kanaal naar de Stille Oceaan en Australië te gaan, een reis van bijna 15000km!

Maar zover is het nog even niet.Heel veel liefs vanaf de Sea of Time