Diary for Welkom aan boord


Nieuwsbrief 17, Grenada en Ivan de Verschrikkelijke

2004-09-01 to 2004-11-01

Lieve allemaal,

Na een aantal maanden stilzwijgen een eerste levensteken in het nieuwe seizoen. Ons laatste bericht kwam een paar weken voordat we eind juli onze boot achterlieten in Grenada om van daaruit voor 10 weken naar Nederland te vliegen.

We nemen het mooie warme weer mee en genieten een paar heerlijke ontspannen weken met Veroni en Dennis, familie en vrienden, maken boswandelingen, huren een zeilbootje op de Loosdrechtse plassen voor een picknick op het water, gaan windsurfen in Muiderberg, lopen ons een paar dagen het schompes in Parijs, bezoeken vrienden in Groningen en vanzelfsprekend ga ik met Veer shoppen in Amsterdam. Het lijkt alsof we zeeën van tijd hebben en we doen rustig aan, maken nauwelijks afspraken. Al heel snel zijn we totaal aangepast aan het Hollandse leven en voelt het bootleven ver weg, als een fotoboek.

Begin september zien we tot onze grote schrik op CNN dat er een orkaan, Ivan, zuidelijker dan gebruikelijk vanuit het oosten in de richting van het Caribische gebied trekt. Vanaf dat moment volgen we vrijwel 24 uur per dag nauwlettend via internet de baan van de orkaan. Grenada ligt officieel ten zuiden van de hurricane belt, dus hij buigt vast nog wel af naar het noorden. Doch, misplaatste hoop, vanaf maandag 6 september weten we het zeker, het oog van "Ivan de Verschrikkelijke" gaat recht op de zuidkust van Grenada af, voor de tweede keer in honderd jaar, precies daar waar onze boot op de kant staat! Via internet volgen we hoe Ivan op dinsdag 7 september over de zuidkust heen raast en we voelen ons totaal machteloos, kunnen niets doen dan afwachten en hopen.

De media besteedt nauwelijks tot geen aandacht aan deze tragedie, alle aandacht wordt opgeeist door het gijzelingsdrama op een Russische school, begrijpelijk misschien, frustrerend voor ons, wij willen iets horen. Pas als Ivan richting Jamaica en Florida koerst wordt er via het nieuws gereageerd en horen we hoeveel doden er zijn gevallen in Grenada en dat de noodsituatie is afgekondigd. Er is geen stroom, geen water, geen vers voedsel, geen communicatie met de buitenwereld, het vliegveld is gesloten en van de meeste huizen zijn de daken weggeblazen. Zo ook het dak van de gevangenis en de aanwezige gevangenen zwermen uit over het eiland. Er wordt gesproken over vele plunderingen en schietpartijen in de nacht, er heerst totale anarchie. Wat een verschrikking voor de inwoners van dit zo wondermooie eiland.

Na een aantal spannende dagen en slapeloze nachten sijpelen via het internet af en toe berichten binnen, die ons niet optimistisch stemmen. Onze boot ligt in St. David Marina en enigszins afgelegen, waardoor over dit gebied geen enkel bericht doorkomt. Echter, over de werf Spice Island Marine, in de Prickley Bay, zo`n 7 mijl (12 km) naar het westen, horen we dat niet één boot overeind is blijven staan, 200 boten zijn omvergeblazen als dominostenen. De 40 boten die er voor anker lagen zijn of op de rotsen of het strand gesmeten, of gezonken. Foto`s druppelen de komende weken binnen, zowel van de hoofdstad St George als van Prickley Bay, de realiteit kunnen we eigenlijk niet bevatten.

Na ruim twee weken krijgen we bericht van de werfbaas. Op de werf is een generator geplaatst voor verlichting `s nachts en er is bewaking ingesteld. Een paar dagen later krijgen we een voorlopige lijst doorgestuurd met alle bootnamen in Grenada (totaal ongeveer 770!) en hun status, wat inhoudt dat iedereen nu zwart op wit ziet of zijn boot rechtop staat of is omgeblazen, drijft of is gezonken, zwaar of licht beschadigd is en of de mast er nog op staat. In ons geval staat de boot rechtop en de mast staat erop, zeer goed nieuws dus. Bij onze werf zijn 34 van de 180 boten omgeblazen, de schade is duidelijk minder dan in Prickley Bay. Maar we zijn nog niet echt gerustgesteld, is er niet een andere boot op de onze gevallen, zijn onze deur en ramen nog intact, zijn er geen rond vliegende objecten doorheen gevlogen of misschien wel onze eigen bijboot, die achterop het dek stond vastgebonden, de onzekerheid blijft.

Dinsdag 28 september lukt het een kennis van ons een vliegticket te bemachtigen op de eerste gewone passagiersvlucht naar Grenada, en toevalligerwijs ligt zijn boot `Sutamon` op dezelfde werf als de onze. Hij zal onze boot aan een nauwkeurige inspectie onderwerpen. De volgende dag krijgen we het wonderbaarlijk goede nieuws, onze baby is ongeschonden uit het natuurgeweld gekomen, van zijn boot is slechts de windvaan verbogen, het is ongelooflijk, tijd voor champagne!

Natuurlijk beseffen we heel goed dat het in ons geval slechts om materie gaat, er zijn veel belangrijker zaken en ons hart gaat uit naar al die mensen die minder fortuinlijk zijn dan wij. Er moet hier sprake zijn van een beschermengel boven ons hoofd.

En dan realiseren we ons plotseling dat we nog maar een week de tijd hebben voor ons vertrek van 5 oktober, ineens moet er flink gewerkt om de laatste zaken nog netjes af te ronden. Door Ivan kwamen we een paar weken vrijwel nergens aan toe. Toch lukt het om op tijd klaar te komen en brengen Agnes, Veroni en Dennis ons voor dag en dauw naar Schiphol. Daar treffen we Sue en dochter Monique van de `Sutamon`, die toevallig dezelfde vlucht vliegen.

Het afscheid van Veroni is weer dramatisch, oh wat is dat toch moeilijk, zal dat ooit wennen? En bij de gate word ik vanzelfsprekend weer onderworpen aan een uitgebreide bodycheck, waarbij de douanière me meelevend aankijkt in de veronderstelling dat ik vreselijk verkouden ben. Ach ja....

De vlucht met BA vanaf Londen gaat snel, met verbazingwekkend veel en goed eten en de nodige afleiding door keuze uit meerdere films. De passagiers bestaan overwegend uit zwarte Grenadians of familieleden van Grenadians, die elkaar vrijwel allemaal lijken te kennen. Mijn buurvrouw verzamelt restjes van maaltijden van omzittenden. Ze is op weg naar een begrafenis van een oude vriendin, niet alleen tijdens, maar met name juist na de orkaan schijnen veel oudjes het loodje gelegd te hebben, ze kunnen de gebeurtenissen emotioneel niet verwerken.

De bagage van de passagiers is immens, daarbij tientallen dozen extra met hulpgoederen. Na onze 3 overbeladen tassen (ruim 80 kilo) heelhuids teruggevonden te hebben en de nodige formaliteiten te hebben voldaan, weten we met moeite te ontkomen aan een close bagagecheck door de immigratie. Vervolgens nemen we met onze kennissen van de `Sutamon` een taxibusje naar St. David Marina. Wat een trieste aanblik geeft deze drie kwartier durende rit, geen enkel huis is onbeschadigd, alom verspreid liggen golfplaten, dakpannen, bomen volledig ontworteld of afgeknapt, auto`s flink beschadigd, meestal zonder ramen, en overal worden vuurtjes gestookt om afval te verbranden, een algemeen beeld van ravage en smog, niets is er over van dit recent nog paradijselijke eiland. Er is een weg vrijgemaakt, maar soms mo